Tot een volgende trip ben ik weer gewoon in Woerden op het vertouwde adres

dinsdag 28 februari 2006

Trip zaterdag naar de Bong Mines

Zo, nu is het tijd voor de verhalen uit Kakata. Over de donderdag en de vrijdag heb ik al geschreven dat we op pad zijn geweest met een paar ZOA medewerkers. Zaterdag zijn we met een grote groep op pad geweest. 9 man in totaal en dat in 1 pick-up, dus dat was proppen in de auto en drie personen op de laadbak. In Nederland mag dat niet, maar hier laden ze hem gerust vol met een man of twintig. Er zitten soms zelf mensen in de achterklep van gewone personen auto´s. Zaterdag zijn we naar de ijzerertsmijnen geweest, wat zo´n uur rijden was. Deze Bong Mines was voor de oorlog van een Duits bedrijf en was gigantisch groot. Er werkten een paar duizend mensen. We zijn ruim vier uur door het gebied gereden waar de mijnen, huizen en scholen waren en hebben nog maar een deel gezien, zo groot is het dus. Ik schrijf waren, omdat er niet meer over is dan ruines. Het in de oorlog volledig verwoest is. Met volledig, bedoel ik dat er van de huizen niets meer over is en van de gebouwen hier en daar nog de constructie. De rebellen hebben overal het ijzer uitgesloopt en verkocht aan Ghana om wapens te kopen. Een hele klus volgens mij om metershoge ijzeren aandrijfassen naar beneden te krijgen. Ook stond er een elektriciteitscentrale met 11 pijpen. Er werd er altijd maar 1 tegelijk gebruikt en die kon genoeg stroom opwekken voor heel west Afrika! Echt ongelofelijk. 14 jaar geleden hadden de Liberianen die bij deze compagnie werkten, huizen met airco, stromend water, en 24 uur per dag elektriciteit en er was zelfs ene zwembad, nu zijn er alleen lemen hutjes. Een man die bij de ZOA werkt, en met zijn vrouw ook mee was met de trip om ons rond te leiden, heeft er voor de oorlog gewerkt. Hij kreeg in die tijd 800 dollar in de twee weken en voor eten werd gezorgd. In die tijd was de Liberiaanse dollar gelijk aan de Amerikaanse. De man was in de tijd een rijk man. De man wees een ruïne aan en vertelde: Dat daar was een bank waarop ik een rekening heb met 87.000 dollar. Naar zijn geld kan hij natuurlijk fluiten. Hij woont nu in Kakata in een lemen hutje met zijn vrouw en 9 kinderen. Hij heeft net genoeg geld om te eten en zijn kinderen naar school te laten gaan. Hoeveel kan een mens incasseren, echt ongelofelijk. Door zulke verhalen komt de oorlog een heel stuk dichterbij. Deze man was ook gepakt door de rebellen, maar na een tijdje vrijgelaten omdat een andere gevangene genoeg geld had om ze af te kopen. Voor het zelfde geld namen ze het geld en stoten ze hen als nog dood, waneer de leider in een slecht bui was. Zijn vrouw was gevlucht met toen nog drie kinderen (waarvan de jongste 3 maanden). Ze wilden naar een volgend groot dorp gaan, maar haalde die net niet en overnachtte in een klein dorpje ervoor. Toen ze er de volgende morgen weer verder wilden, hoorden ze schoten en hebben gewacht. Toen ze later toch aankwamen, lagen er honderden doden in het dorp, een massa slachting. Een paar uur eerder en ook zij was er niet meer geweest. Het verschil tussen leven en dood is dan zo klein. Een erg indrukwekkende dag al met al. Ik zal een paar foto´s op de blogspot zetten om een beetje een idee te krijgen hoe het is uitziet.
Tot zover weer genoeg verhalen tot de volgende keer maar weer.